De muskaatnoot

Nootmuskaat is een specerij afkomstig van de muskaatboom (Myristica fragrans), die in regenrijke tropische kustgebieden gekweekt wordt. De muskaatnoot is ovaal van vorm en ongeveer twee en een halve centimeter lang. De muskaatnoot is zeer hard: in de keuken wordt de muskaatnoot daarom alleen in geraspte vorm gebruikt. Het aparte is, dat het dan geen muskaatnoot meer heet, maar nootmuskaat. Er is fabrieksmatig gemalen nootmuskaat op de markt, maar men kan nootmuskaat ook heel kopen en zelf op een nootmuskaatrasp raspen.
Toepassing
Nootmuskaat wordt in de traditionele Nederlandse keuken gestrooid (of vers geraspt) over gekookte sperziebonen, bloemkool, spruitjes, spinazie of asperges. Men past het ook toe in aardappelpuree en in kaassaus. Ten slotte wordt nootmuskaat ook veel gebruikt in koek en gebak, met name in speculaas. Door de sterke smaak is een kleine hoeveelheid al voldoende.
Productie
De muskaatnoot is de gedroogde pit van de vlezige, okergele, abrikoosachtige vrucht. De pit wordt door een harde bast omgeven: na het drogen in de zon barst de bast en komt de muskaatnoot met de zaadrok vrij. De zaadmantel (zaadrok), die om de muskaatnoot heen zit, wordt ook gedroogd en wordt onder de naam foelie eveneens in de keuken gebruikt. Na het drogen van de vrucht en de noten wordt de muskaatnoot bepoederd met kalk. Dit dient om aantasting door insecten te voorkomen.
De productiecentra voor nootmuskaat zijn Indonesiƫ, Grenada, India en Sri Lanka.
Geschiedenis
Nootmuskaat wordt al sinds de 16e eeuw gebruikt in Europese keukens. In die tijd werden muskaatnoten vooral door de Nederlanders van de VOC en door Portugezen verhandeld. In de 17e eeuw verkreeg de VOC een monopolie op deze specerijenhandel. In 1621 begon Jan Pieterszoon Coen met de zogenaamde 'extirpatie' van de Banda-eilanden, die - tegen het verbod van de VOC in - muskaatnoten bleven verkopen aan Portugezen en Britten. Deze eilanden vormden destijds de enige plaats ter wereld waar deze gezochte specerij voorkwam. Wie Banda bezat, had het monopolie. De gouverneur-generaal Coen arriveerde in 1621 op de eilanden met 2.000 man, waarna hij de gehele bevolking van het eiland liet uitmoorden om het geheim van de nootmuskaatteelt veilig te stellen.
Hallucinerende en toxische werking
In een lage dosis geeft nootmuskaat geen merkbare psychische of neurologische effecten. Bovenmatig gebruik van nootmuskaat kan hallucinaties veroorzaken. Men vermoedt dat dit berust op een in vivo (in het lichaam) omzetting van myristicine naar MMDA (3-methoxy-4,5-methylenedioxyamphetamine). Excessief gebruik van de werkzame stof, Myristicine (een zwak werkende MAO (monoamine oxidase) -remmer). (3-methoxy,4,5-methyleendioxy-allylbenzeen), kan gevaarlijk zijn. Bij volwassenen leidt inname van ca. 5 gram of meer van de geraspte noot al tot duidelijke klinische symptomen (buikpijn, braken, duizeligheid, onrust en bewustzijnsstoornissen). Myristicine is al eerder beschreven als een sterk hallucinogeen. Verder bevat de olie van de muskaatnoot nog andere etherische oliƫn die precursors (chemische voorlopers) zijn voor geestverruimende middelen (safrol, MDMA, elemicine, mescaline). Safrol en het ook in nootmuskaat voorkomende methyleugenol blijken bij dierproeven en ander onderzoek gentoxisch te zijn en daarmee mogelijk kankerverwekkend. Of nootmuskaat kankerverwekkend blijkt te zijn voor mensen moet uit nader onderzoek blijken.
Maak jouw eigen website met JouwWeb