De walnoot

 

Met walnoot of okkernoot wordt meestal gedoeld op de vrucht van de gewone walnoten- of okkernotenboom (Juglans regia). De vruchten van andere soorten in het geslacht walnoot (Juglans) heten ook zo, maar zijn in de praktijk minder vaak in de handel.

In de botanie wordt de walnoot beschouwd als een steenvrucht, dus geen noot, in tegenstelling tot de eikel en de hazelnoot. Van de andere kant is de walnoot, in het algemeen spraakgebruik, juist de archetypische noot. 

De naam zou een verbastering kunnen zijn van Waalse noot, als vertaling van het Latijnse nux gallica ("Gallische noot"). Het woorddeel "wal" zou ook verwant kunnen zijn aan het Oudengelse wealh dat "vreemd" betekent.

Men gebruikt meestal een notenkraker om de dop te kraken en de walnoot te consumeren, maar met de juiste techniek is het ook mogelijk een noot te kraken door twee noten in de handen tegen elkaar te drukken.

Onrijpe walnoten worden gebruikt voor de bereiding van de vruchtenlikeur nocino.

 De notendop werd vroeger gemalen gebruikt als anti-aanbaklaag in bakkersovens. Nu nog worden in de vliegtuigindustrie de fijngemalen doppen gebruikt als polijstmiddel en de NASA gebruikt dit als isolatiemateriaal in raketten om deze tegen hoge temperaturen te beschermen.

Bij een te dikke en harde schaal kan het openen van de noten moeizaam zijn. Bij een te dunne schaal daarentegen kunnen vogels schade geven, doordat ze de schaal dan open kunnen pikken. Schaalgebreken zijn een veelvuldig voorkomend euvel: een onvolledige vorming van de houten schaal rond de kern. Dit treedt vooral op aan de top van de noot en uit zich in dunne of weke schaalgedeelten of zelfs het plaatselijk ontbreken van stukken schaal. Als gevolg van weersomstandigheden treden in bepaalde jaren schaalgebreken vaker op dan in andere jaren. Ook komen soms beschimmelde kernen voor. Deze zijn het resultaat van het niet geheel afsluiten van de twee schaalhelften.

Maak jouw eigen website met JouwWeb